2A - STEM-technieken (focus plant-, dier- en milieutechnieken) (5u)

Basisoptie 1e graad A-stroom
Domein land- en tuinbouw

In de basisoptie STEM-technieken ligt de nadruk op natuurwetenschappelijke, technische en wiskundige vorming. Centraal staat het leren bijsturen van het ontwerp van een productieproces en het productieproces zelf.

  • Je verkent de verschillende interessegebieden waarin STEM een belangrijke rol speelt
    • Interessegebieden: mechatronica (o.a. mechanische, elektrische, elektronische en besturingstechnische contexten), communicatie- en informatietechnologie (informatiesystemen, telecommunicatie, computers, informatie, …), levenswetenschappen (levende systemen: biotechnische, voeding, …) constructies en ruimtelijke ontwikkeling (hout- en bouw, architectuur, vormgeving, …)
    • In concrete situaties processen en structuren onderzoeken in natuurlijke, ruimtelijke en technische systemen
    • Kenmerken van materie, materialen en grondstoffen onderzoeken
  • Je leert interacties duiden tussen S,T,E,M en de samenleving
    • De relatie illustreren tussen de samenleving en ‘onderzoek en ontwikkeling’
    • Bij resultaten van opdrachten jouw gemaakte keuze beargumenteren vanuit de wisselwerking tussen menselijke behoeften, onderzoek, ontwerp, productie en de impact van STEM op natuur, mens en samenleving
    • Inzicht ontwikkelen in samenwerkingsmogelijkheden binnen STEM
  • Je leert prototypes voor een technisch-wetenschappelijke uitdaging te onderzoeken
    • Onderzoeken van een gegeven ontwerp en het bepalen van een productieproces met daarbij horende hulpmiddelen om een technisch systeem te realiseren
  • Je leert inzicht ontwikkelen in ontwerpmethoden en realisatietechnieken
    • Doelen combineren rond onderzoek, ontwerp en realisatie
    • Realisaties testen in functie van behoeften en criteria en voorstellen doen om het ontwerp of het productieproces te verbeteren

Daarnaast ga je dieper in de projecten en/of thema’s in op het interessegebied plant-, dier- en milieutechnieken.

  • Je bent sterk in biologie en wetenschappen
  • Je hebt belangstelling in planten, dieren en milieu
  • Je bent praktisch ingesteld, maar vindt algemene vorming ook belangrijk
  • Je hebt een uitgesproken voorkeur voor wetenschappen
  • Je houdt van afwisselen in beweging
  • Je wil de behoeften en noodzaak van voeding voor mens en dier ontdekken
  • Je leert onderzoeken welke middelen er nodig zijn om voedsel voor mens en dier te produceren
  • Via experimenten verwerf je inzicht in de factoren die het productieproces beïnvloeden en leer je zelf plantaardig en dierlijk voedsel produceren
  • Je bent gemotiveerd om je te verdiepen in de natuurwetenschappen
  • Je bent geïnteresseerd in de milieuwetgeving
  • Je denkt in de verre toekomst aan een job waar planten en dieren centraal staan (dierenzorg, groenteteelt, tuinaanleg, tuinarchitect, …)